- staan
- {{staan}}{{/term}}1 [m.b.t. personen, dieren] être debout2 [op steunpunten rusten] se trouver3 [in een toestand, hoedanigheid zijn] être4 [passen, kleden] aller (à qn.)5 [opgetekend, gedrukt zijn] figurer6 [+ op; + onbepaalde wijs][weldra zullen] être sur le point (de)7 [gericht zijn] être dirigé (vers)8 [bij voortduring met iets bezig zijn] être en train (de)9 [geëist worden] 〈m.b.t. straf〉 être passible (de); 〈m.b.t. beloning〉 être offert (pour)10 [stilstaan] rester immobile11 [onaangeroerd zijn] rester intact12 [niet wijken] résister (à)13 [betamen] convenir14 [eisen] exiger (que) 〈+ aanvoegende wijs〉♦voorbeelden:1 blijven staan • rester deboutga er maar aan staan! • essaie un peu!gaan staan • se leverergens aan gaan staan • attaquer qc.ergens onverwacht voor komen te staan • se trouver subitement confronté à qc.iemand laten staan • laisser qn. deboutik kan niet lezen wat daar staat • je ne peux pas lire ce qui est écritovereind staan • se tenir deboutrechtop staan • se tenir droit〈figuurlijk〉 achter iets staan • soutenir qc.die gebeurtenis staat geheel op zichzelf • cet événement est totalement isoléje staat op mijn tenen • tu me marches sur le piedop zijn tenen staan • être sur la pointe des pieds〈figuurlijk〉 voor iemand staan • défendre la cause de qn.voor zijn mening staan • défendre son opinion〈figuurlijk〉 ergens alleen voor staan • être seul face à qc.2 hiermee staat of valt de zaak • c'est cela qui sera décisifde kerk staat midden in het dorp • l'église se trouve au milieu du villagedeze stoel staat op drie poten • cette chaise repose sur trois piedshet eten staat op tafel • le repas est sur la table3 hoog aangeschreven staan • être bien vualleen staan • être seulde kansen staan goed • les chances sont bonneshet water staat hoog • la marée est hauteleeg staan • être inoccupéde bloemen staan er mooi bij • les fleurs sont belleshaar gezicht staat vrolijk • elle a un visage réjouihet staat geschreven • c'est écriter goed bij staan • prospérer〈figuurlijk〉 hij staat er goed voor • ça marche bien (pour lui)zoals de zaken ervoor staan • au point où en sont les chosesergens middenin staan • participer activement à qc.〈figuurlijk〉 iemand na staan • être proche de qn.buiten iets staan • être en dehors de qc.in zijn twee staan • être en secondezij staat derde in het klassement • elle est troisième au classementde tranen staan hem in de ogen • il a les larmes aux yeuxonder iemand staan • être sous les ordres de qn.de verwarming staat op 18° • le chauffage est à 18°ergens sceptisch tegenover staan • être sceptique à l'égard de qc.7 staat tot 14 als 8 staat tot 16 • 7 est à 14 ce que 8 est à 164 dat stáát • ça fait biendat stáát niet • ça ne va pas〈figuurlijk; ironisch〉 dat staat je fraai • c'est du beaudat kapsel staat u goed • cette coiffure vous va bien5 geld op de bank hebben staan • avoir de l'argent à la banquehet staat niet in van Dale • (le) Van Dale ne le mentionne paswat staat er in de krant? • qu'y a-t-il dans le journal?het staat op haar naam • c'est à son nom6 op trouwen staan • être sur le point de se marier7 de zon staat 's middags op deze kamer • l'après-midi, le soleil donne dans cette pièce8 verlegen staan kijken • avoir un air timideergens van staan kijken • être très étonné par qc.staan luisteren • être en train d'écouterzich staan te vervelen • s'ennuyerze staat al een uur te wachten • ça fait une heure qu'elle attend9 er staat 10 jaar gevangenisstraf op • c'est passible de 10 ans de prison10 blijven staan • s'arrêter(iets) tot staan brengen • arrêter (qc.)sta of ik schiet! • halte ou je tire!11 laat maar staan • laisse donclaat staan dat … • sans parler de …zijn eten laten staan • ne pas toucher à son repasde alcohol laten staan • ne plus boire (d'alcool)zijn baard laten staan • se laisser pousser la barbeer staat nog wat van gisteren • il en reste encore un peu d'hier12 ervoor staan • être prêt à affronter qc.zij staat voor niets • elle ne recule devant rien14 Jan staat erop dat … • Jan exige que … 〈+ aanvoegende wijs〉hij staat op goede manieren • il exige de bonnes manières¶ het staat te bezien • cela reste à voirer staat heel wat te doen • il y a encore beaucoup à faireer staat hem wat te wachten • 〈figuurlijk〉 ça va être sa fêtezij ziet hem niet staan • il n'existe pas pour elle
Deens-Russisch woordenboek. 2015.